WINTERSPORT MAGAZINE, JANUARI 2023 – Op de front de neige van het Franse Puy Saint Vincent 1400 ligt het grote terras van het Mountainhotel Saint Roch, van de Nederlandse Valentijn van der Valk (43) en zijn vrouw Yvonne. Hoewel de familienaam anders doet vermoeden, was het helemaal niet zo vanzelfsprekend dat hij een hotel zou gaan runnen in dit skigebied in Frankrijk. Hij kwam hier toevallig terecht op zijn zoektocht naar een evenwicht tussen buiten, bergen en ondernemen.
De band met de Hautes Alpes, het Franse departement waar Puy Saint Vincent ligt, ontstond in Valentijns tienerjaren. Tijdens de zomervakanties trok de Utrechter “voor de mooiste weken van het jaar” naar de Zuid-Franse Alpen om daar lekker actief bezig te zijn. In de bergen leerde hij dat er meer is dan het runnen van hotels, waar hij als Van de Valktelg mee groot is geworden. Alhoewel zijn ouders geen hotel hadden en werkten als onderwijzeres en kunstenaar, was hij kind aan huis bij zijn oom en tante die wel een Van der Valkhotel runden. Terwijl zijn neefjes en nichtjes allemaal de hotelschool ingingen, koos hij voor een studie sporttoerisme vanwege zijn voorliefde voor de bergen en buitensport. “In die tijd heb ik ook een seizoen voor de Nederlandse buitensportorganisatie Cimarron gewerkt. Daar leerde ik Vincent Biermans kennen die hier al woonde en met wie wij nu samenwerken”, licht Valentijn toe. Maar voordat Valentijn en Yvonne in Puy terechtkwamen, ging er letterlijk nog een lange reis aan vooraf.
Via de Middellandse Zee naar Thailand In 2008 vertrokken Valentijn en Yvonne op de fiets vanuit Nederland. Het doel was avontuur en “wie weet blijven we wel ergens”. Het oorspronkelijke idee was een rondje Middellandse Zee. Maar dat liep anders. Eenmaal in Tunesië leidde de weg naar Iran, Libanon en Syrië. Valentijn was op zoek naar de bergen en Yvonne naar de zee. Dus werd het plan gemaakt om via de Himalaya naar de Stille Oceaan te fietsen. Zo kwam het stel uiteindelijk in Thailand aan waar ze als duikinstructeur gingen werken – nog erg ver weg van de besneeuwde bergen rondom Puy Saint Vincent.
Na honderd weken op de fiets kwamen Valentijn en Yvonne in 2011 weer terug in Europa. Ze gingen in Puy Saint Vincent op kraamvisite bij Vincent Biermans en zijn vrouw Ilonka, die in het skigebied een mooie gîte (vakantiehuis, red.) hadden gebouwd. “We stonden toen op de camping van Vincent en Ilonka. Door een voor ons gelukkige samenloop van omstandigheden konden we vrijwel direct het beheer van die camping overnemen.” Ze zijn nooit meer vertrokken uit het Franse bergdorp.
Borrelend van der Valkbloed
Eenmaal op de camping ging het Van der Valkbloed weer borrelen. “Het is toch waar je mee bent opgegroeid”, geeft Valentijn toe. Terwijl hij als tiener echt het idee had wat anders te gaan doen dan de hotelbusiness, kwam hij er na zijn reis achter dat hij het toch echt leuk vindt om “mensen blij te maken, te organiseren en te ondernemen”. Na nog geen twee jaar in Puy te hebben gewoond, komt er opnieuw een buitenkansje voorbij. De prijs van een hotel dat al lang te koop staat wordt gehalveerd. “Wij vonden het echt een gaaf idee, een eigen hotel runnen, maar we waren nog maar nauwelijks ingeburgerd. Het voelde eigenlijk iets te snel, maar we deden het toch.” Eén ding is zeker, Valentijn wil het niet doen zoals de Van der Valktak in Nederland. “Ik heb veel en leuk contact met de rest van de familie en sinds wij hier een hotelletje hebben heb ik ook meer gespreksonderwerpen met hen. Maar mijn leven hier en mijn type bedrijf is toch heel wat anders. Er komt echt geen toekan op het dak.” De Nederlandse Van der Valks zijn veel grotere bedrijven en Valentijn vindt het juist leuk om een kleinschalig bedrijf te hebben met veel contact met zijn klanten en team. “Ik vind het belangrijk om mooie momenten te maken. Lekker samen sporten, een kampvuur maken of een iglo bouwen. Van die momenten dat de tijd even stilstaat. Dat is wat ik bij dit bedrijf voor ogen heb en dat is iets wat mij denk ik niet zou lukken met een enorm hotel.”
Te hard gewerkt
Valentijn wil er per se een succes van maken en de oplossing is volgens hem het beroemde Van der Valkcredo: Oogjes en oortjes open, mondje dicht en de handjes laten wapperen. “In het begin heb ik echt wel heel hard gewerkt. Misschien wel te hard. We zaten door de koop van het hotel ook met een behoorlijke stapel schulden, onder andere bij de bank. Dat was ik niet gewend en zorgde wel voor stress.” Op het credo is hij ondertussen wel teruggekomen. Hij probeert meer verantwoording aan anderen te geven en zelf meer een helikopterview te houden om zo betere keuzes te kunnen maken in plaats van alles zelf op te pakken. Als voorbeeld van het rustiger aan doen noemt Valentijn zijn besluit om bij elke skiwedstrijd van zijn drie kinderen aanwezig te zijn.
Internationaal team
Het personeel van Mountainhotel Saint Roch is deels Nederlands. “De reden dat ik met Nederlanders werk, is dat ik niet alleen directeurtje wil spelen zoals zo’n typische Franse patron.” Hij geeft aan dat er verschillen zijn tussen Nederlandse en Franse seizoenswerknemers. Volgens Valentijn houden Nederlanders ervan om vertrouwen te krijgen. “Als de klik er is dan regelen Nederlandse werknemers gewoon hun zaakjes en nemen ze verantwoording. Hun continu achter de broek aanzitten werkt niet. Franse seizoenarbeiders daarentegen houden juist van die duidelijkheid. Tegen hen moet je gewoon wel zeggen dat ze de ramen moeten lappen of de tafel afnemen. “In theorie is deze mix van nationaliteiten een hele goede balans voor een bedrijfsvoering. Maar je komt wel met een heleboel uitdagingen. Zo werken we vaak met Nederlanders die niet op zoek zijn naar een carrière hier, dus je zit met personeel dat niet heel lang blijft. Ook blijft de taal een dingetje.” Gelukkig heeft het hotelierstel ondertussen ook meerdere Fransen in dienst die juist hebben gehoord dat het bij hen anders loopt dan normaal en daarom aan de deur kloppen. “Die passen perfect in ons profiel. Als bedrijf hebben wij drie doelen. Wij willen de leukste, mooiste en gezondste werkplek zijn. En dat leidt volgens mij tot een gezond bedrijf, waar het personeel echt meedoet.”
Meer de tijd nemen
Op de vraag waar Valentijn graag meer Frans in zou willen worden, antwoord hij meteen: “Lunchen!” Om daarna toe te voegen: “Hiermee bedoel ik de tijd nemen. In Nederland is alles 24 uur per dag open, en alles moet altijd meteen. Hier is het om 12.00 uur gewoon lunchtijd.” Valentijn ergert zich ook niet meer in de kassarij van de supermarché als er cheques worden uitgeschreven. “In het begin had ik het idee dat men hier achterliep, dat men te veel de tijd nam. Maar als ik nu kijk dan vind ik het geweldig dat men hier dit zo bewaakt. Fransen zijn gewoon meer levensgenieters.” Aan de andere kant geniet Valentijn er ook van hoe in Nederland alles zo geweldig goed en strak geregeld is. Alles lijkt te kloppen. Maar het ritme gaat maar door. “Als ik een week in Nederland ben geweest, ben ik kapot. Ik vraag me af of dat gezond is.
Inburgeren op sneltreinvaart
Het contact met de locals is veel beter geworden sinds ze kinderen hebben. Volgens Valentijn is dat logisch. “In zo’n toeristisch gebied als dit is het natuurlijk een komen en gaan van ondernemers en daarom kijkt men het allemaal eerst even aan. Toen onze kinderen er eenmaal waren begreep men wel dat wij hier niet zijn gekomen om snel geld te verdienen.” Valentijn neemt die afwachtende houding niemand kwalijk; hij heeft het zelf nu ook een beetje bij nieuwkomers. Maar dat geldt volgens Valentijn ook vice versa voor degenen die naar Frankrijk willen emigreren. “Neem de tijd, kijk of het wel bij je past. Je moet Nederland echt los kunnen laten. Want als je met Nederlandse blik naar alles blijft kijken dan zul je alleen maar zien wat anders is. Dan werkt het niet. Je moet de typische Nederlandse controledrang los durven laten. Iets meer met de flow kunnen leven. Als dat lukt krijg je er heel veel vrijheid voor terug.” Op de vraag of Valentijn voor altijd in Puy Saint Vincent wil blijven, is hij duidelijk. “Ja! Al weet je natuurlijk nooit hoe het leven loopt. Je kunt het zo zien: als ik naar Nederland reis, ga ik naar mijn roots. Als ik terug naar Puy Saint Vincent reis, kom ik thuis. Ik wil hier nooit meer weg
Bron: Wintersport Magazine
Tekst & beeld: Rogier van Rijn